‘De Schilderijententoonstelling’ : de – steeds terugkerende – Promenade en de getoonzette schilderijen

 

Promenade

De wandelingen tussen de schilderijen zijn gebaseerd op een Russisch thema, in modo russico. De promenade is als leidmotief gebruikt, geeft eenheid aan de serie losse stukken en is tussen een aantal stukken te horen, alsof de bezoeker ook werkelijk de tentoonstelling al wandelend bezoekt.

 

Gnomus

Een kreupele dwerg die grotesk loopt. De titel verwijst naar een tekening van een notenkraker die uitgesneden is in de vorm van een dwerg. De noot wordt gekraakt in een kop met twee enorme kaken. De handvatten vormen zijn lange benen. De gnoom heeft geen torso. De muziek is luguber, macaber met een slingerend ritme, dat de onhandige looppas van de gnoom op de handvat-benen symboliseert.

 

Il vecchio castello

Een oud kasteel waar ’s nachts een minstreel een lied zingt. De begeleiding is sober in monotone kwinten, en symboliseert de draailier van de minstreel.

 

Tuilerieën

De geluiden van de spelende kinderen klinken in de muziek door. Eerst hoort men de jongens, dan de meisjes. Het ritme suggereert hun voortdurende gekwebbel en spel.

 

Bydło

Het thema is hier de draaiende zware wielen van de Poolse ossenwagen. Een sterk geaccentueerde puls is hoorbaar in de muziek (naderbij komend en weer verdwijnend in de verte).

 

Ballet van de kuikens in de eierschalen

Eén van de opvallendste stukken: het kuikenballet. Hier hoor je de kuikens in de eierschalen een ballet uitvoeren. Dit deel heeft iets absurdistisch en komisch. De kuikengeluiden klinken met snelle en hoge voorslagjes voor staccato-akkoordjes.

 

Samuel Goldenberg en Schmuÿle

Een ruzie tussen een rijke en een arme Poolse jood (de namen zijn fictief). Een parodiestuk, waarin Joodse en Poolse thema’s hoorbaar zijn.

 

Limoges, het marktplein

In dit stuk zijn de kwebbelende marktvrouwen te horen op het marktplein van het Zuid-Franse stadje Limoges.

 

Catacombae (Sepulcrum Romanum)

De catacomben van Parijs worden verkend met een lamp. De Latijnse titel slaat op het feit dat in de Parijse catacomben ook Romeinse graven liggen en als typisch ‘romantisch’ ideaal wordt de oudheid zo opgeroepen met duistere thematiek.

 

Cum mortuis in lingua mortua

De skeletten worden aangesproken met de lingua mortua: met de dode taal. Dit is weer een stukje promenade, waarin de luisteraar namijmert over het vorige schilderij. Een lichteffect van hoge zachte tremolo-tonen omstraalt de donkere melodie.

 

De hut op kippenpoten (Baba-Yaga)

De hut van Baba-Yaga is een Russisch sprookje over een heks die in een hut op kippenpoten woont en die kinderen lokt om die op te eten. Het is in een “A-B-A”-vorm geschreven en gaat over in het slotdeel.

 

De grote poort van Kiev

Deze poort had Hartmann, behalve schilder ook architect, getekend voor een wedstrijd. Het is het langste werk in de cyclus en bevat de climax. De Grote Poort van Kiev was een architectonisch ontwerp van Hartmann, dat echter nooit is gerealiseerd: als de poort gebouwd zou worden, zou hij meteen verzakken. Moessorgsky verbeeldt een heilige processie met klaterende cimbalen en klokgelui. Naast het promenadethema verschijnen twee Russische kerkmelodieën. Het einde klinkt groots en vol en onderstreept de Russische trots.

 

Boudewijn Zwart